Wonen vanuit Waarden: de Wijk als ruimte voor een Goed Bestaan

Het lijkt een enorme uitdaging en dat is het ook. Maar we kunnen niet anders dan streven naar een radicale verbetering in de wijze waarop we vormgeven aan ons bestaan en aan onze wijken; het moet beter worden.

Hoe kunnen we een gebied ontwikkelen vanuit de vraag “Wat is een goed bestaan?” Kunnen we met Socratic Design een goed humaniserend verhaal maken, een verhaal waarin we een sterke vitale democratie ontwerpen? Waarin het bestuur een nieuwe rol kan innemen? Waarin inwoners volgens hun waarden kunnen leven en wonen?

Holendrecht komt in allerlei statistieken negatief naar voren: (energie)armoede, zorgcrisis, jeugdproblematiek, criminaliteit, sociale media verslaving, onderwijs falen, woningnood, migratieproblematiek bepalen het beeld. Er zijn voorbeelden van psychisch leed bij jongeren, de systematische ervaring van racisme, allerlei subtiele vormen van uitsluiting, verborgen armoede, slachtoffers van perverse bureaucratisering en systematisch etnocentrisme.   

Door deze framing blijven de vele goede (letterlijk) hart-verwarmende interacties in de wijk vaak buiten beeld. Wetenschap focust vooral in haar beschrijving op abstracte, hard data!

Voor de Socratic Design aanpak is het cruciaal om de beleefde concrete ervaringen van de mensen zelf als uitgangspunt te nemen! 

Hoe bouwen we een wijk?

Ons denken en handelen bestaat uit veel verslavende patronen,  waarvan we ons niet bewust zijn. Dit zijn persoonlijke –  en culturele gedachtenverslavingen. Bij alles wat we doen, dus ook bij het ontwerp van een wijk, zijn legio (verborgen) patronen aan het werk. Dat zijn vaak culturele  en filosofische vooronderstellingen. Ook wetenschappers, architecten en techische experts zitten vol met verslavende gedachten. Inwoners, bouwers, ambtenaren eveneens. Veel gedachtenverslavingen zijn ontstaan als afscherming van kindpijn en zijn als zodanig dopamine gebonden. We opereren met veel van die afschermingen in een zogenaamd harnas. Dat harnas is stevig omdat onze organisaties dat ook stimuleren.    

Vaste patronen en Introversie[1]
Jongeren durven zich vaak niet uit te spreken. Ook onderling durven we ons niet te uiten en zijn we vaak introvert. We zien vaak de echte personen niet,  daardoor is het moeilijk je goed te ontwikkelen en komen belangrijke dingen niet aan bod. Er zijn patronen onder de jongeren in Zuidoost die moeilijk te doorbreken zijn. Je moet in een bepaald stramien passen om erbij te horen.

Als we gaan nadenken over wat een goed bestaan is, moeten we eerst ons eigen denken onderzoeken. Dat betreft zowel inwoners, bestuurders en stakeholders in dit proces.  

Hoe staat het met het Nederlandse verhaal? Na de instorting van de verzuiling is er sprake van een markt gericht individualisme, waarin de strijd om identiteit, de strijd om erkenning de hoofdmoot wordt. Zelfrealisatie wordt belangrijker dan collectief welbevinden. De mens wordt voornamelijk als consument gedefinieerd, waarbij de economische wetenschap leidend wordt voor alle interacties: de ‘homo economicus’. Zelfrealisatie is dan vooral de verrijking middels eigendom. Socioloog Hans Boutellier laat overtuigend zien hoe we ons verhaal als natie zijn kwijtgeraakt.

Onze wereld en ons beeld van onszelf wordt gevormd door een bepaald denken, dit denken zit rotsvast gebeiteld in filosofische vooronderstellingen. Een voorbeeld is de vooronderstelling dat bezit heilig is (John Locke), het is bezit van het “ik”, elke collectieve waarde is een bedreiging van het heilige concept “individueel bezit”. “Je bent pas mens als je bezit hebt”. Deze verslavende vooronderstelling zien we – met een moderne variant- terug in onze wijken: “je telt mee als je een zo groot mogelijke auto bezit”. Bezit als waarde vertaalt zich in een verhaal waarin een huis een investeringswaarde heeft en grondverkoop een inkomensbron is oor de gemeente. Ook dat is behoorlijk verslavend!

In de verlichting staat het motto van Descartes centraal “ik denk dus ik ben”. Kinderen op school worden af geserveerd als “onvoldoende” op grond van bepaalde denk testen (IQ etc.). In bepaalde wijken zien we dan ook geen gymnasium: “de kinderen hebben een te lage IQ score”. Het gevoel is irrelevant.

Het westerse ik, is een rationele actor.  De Algerijnse denker Houria Bouteldja stelt zich de vraag: “welke ik is dat? …..diegene die verovert en plundert…die steelt, verkracht en volkeren uitmoordt… ik ben de moderne, mannelijke, kapitalistische, imperialistische mens …op die noemer zijn jullie geboren…’

De dominantie van de ratio over gevoel en lichaam is een andere vooronderstelling die we dagelijks aan den lijve ervaren! Net zoals de dominantie van de ratio over de natuur, die als een mechaniek wordt opgevat. 

Het is een relevant gegeven voor Zuidoost waar inwoners afkomstig zijn van alle delen van de planeet om al die uiteen lopende culturele verslavingen boven tafel te krijgen. 

Het oude verhaal dat zichzelf tot ‘de werkelijkheid’ verheft

Ons verhaal bevat veel weeffouten uit het verleden, waarbij koloniaal en etnocentrisch denken belangrijke ingrediënten zijn. Voor de autochtone Nederlanders is er een verhaal ontwikkeld dat vooral leunt op de verslavende gedachte “Wij leven in de objectieve werkelijkheid”.

Deze vooronderstelling is geworteld in de idee dat wetenschap de enige toegang tot de waarheid is, met observeerbare en meetbare grootheden als basismateriaal. Jouw innerlijk of jouw gevoel is irrelevant voor kennisontwikkeling. Het verhaal waarin wij leven benadrukt vooral “dat het geen verhaal is”. Filosofie laat zien dat het wel degelijk een verhaal is, vol met vooronderstellingen. Dit sciëntisme (een overmatig geloof in wetenschap) is zowel bij onderwijs, zorg, stedenbouw, digitalisering, innovatie actief. Veel abstracties worden over ons uitgestrooid of praktiseren we zelf. 

Waarom is dit relevant voor gebiedsontwikkeling?

Wetenschap en techniek bepalen onze wijze van leven en dragen waarden en vooronderstellingen (stilzwijgend) over. De economische wetenschap – bijvoorbeeld – drukt een zwaar stempel op het totale overheidsbeleid, ze gaat uit van abstracties die bepalen wat goed, rendabel, winstgevend, efficiënt, monetizable enz. is. De grondexploitatie bepaalt uiteindelijk het sociale weefsel en de buurtsamenstelling. 

Als in een wijk mensen voor elkaar koken of veel met elkaar samenzijn dan komt dat niet in het beeld terug. Als er een brand is gesticht in een pand, als er een grote diefstal plaatsvindt dan leiden die tot verhoging van Bruto Nationaal Product: dat zijn meetbare dingen. We kunnen een economie van waarden ontwerpen waarin betekenisgeven centraal staat, we kunnen andere routes ontwerpen voor ondernemen. Een goed verhaal en waarden maken een “betekeniseconomie” mogelijk.

Controle[2]
We monitoren nu vooral waar we ons geld aan hebben uitgegeven en of het geld goed besteed wordt. Maar we monitoren niet of nauwelijks welke impact we nu echt maken naar aanleiding van onze gestelde doelen.Als mij wordt gevraagd, lever deze cijfers dan doe ik dat, en dan blijven we dat met zijn allen doen omdat we loyaal zijn aan het systeem.

Psychologie richt zich volgens veel critici te veel op waarneembaar storend gedrag van kinderen, leidend tot allerlei diagnoses die weer vaak gemedicaliseerd worden. Veel psychische ziekten zijn juist een gevolg van eenzaamheid, te weinig menselijk contact. Maar de ziel kan je niet waarnemen, en is daarom voor de wetenschap een non item! Net zoals liefde of gemeenschapszin. Uitgaan van het sociale weefsel als fundament, leidt tot andere ontwerpen![3]

Wie bepaalt wat een goed bestaan is? Het is het urgent om mensen zelf te laten bepalen wat zij waardevol vinden. Niet de wetenschapper noch de technicus of de psycholoog, Misschien wel een verhaal te maken waarin de ziel centraal staat en niet de materiele werkelijkheid. Waarin gemeenschap vormen een basiswaarde is. Wellicht dat veel eerder genoemde problemen helemaal niet meer ontstaan in een beter menselijker ontwerp.

Daarom is dit project de inspanning van allen waard! Het is voor het eerst dat we burgers vragen om te filosoferen over hun toekomst!   

De gemeente wordt ook geplaagd door denken dat wortelt in onbewuste filosofische vooronderstellingen die soms juist problemen veroorzaken.  

Ruimte voor ontmoeting[4]
Er zijn negatieve stereotypen, de hangjongeren zijn daar een van. We staan op straat omdat we onze vrienden niet thuis kunne uitnodigen, het huis is vol. Het is van hoge noodzaak dat we bij elkaar kunnen komen; om met elkaar te praten over dingen die spelen. Als er ruimte is, heeft niemand last van. Een plek waar we onszelf kunnen zijn. Je vindt in je woning een safe space, een ruimte waar je met mensen kunt praten, en dat schept een thuis.
       

De gemeentelijke overheid wordt niet zelden medeverantwoordelijk geacht voor de problemen, maar is door interne bureaucratisering en fragmentatie vaak met moeite in staat om het hoofd te bieden aan meervoudige uitdagingen. 

Daarbij is de filosofie van Hobbes cruciaal om bepaald denken en handelen van de overheid te begrijpen: “de mens is de mens een wolf’, de overheid is nodig zodat haar burgers de vrede bewaren. Daardoor is wantrouwen de basisarchitectuur van overheidshandelen, en ook van ons zelfbeeld en mensbeeld. De toeslagenaffaire is een pijnlijk voorbeeld van het systematische wantrouwen. We zien dat nog ook terug bij parkeer boetes; maar ook in het onderwijs waarbij kinderen van meet af aan worden gecontroleerd op frauderen; bij artsen die steeds meer tijd kwijt zijn om controle Excel sheets in te vullen. Wellicht dat wij in de straat ook te veel onze buren wantrouwen. Hoe ziet een wijk eruit als je uitgaat van de vooronderstelling dat wij sociale dieren zijn, behoefte hebben aan fysiek contact en veel vertrouwen hebben in elkaar? 

Ook veel afdelingen binnen de gemeente hebben een reflex van wantrouwen en controle naar andere afdelingen. Digitalisering kan een andere overheidsfilosofie faciliteren, mits die ontworpen wordt.  

Wereldwijde tendensen en krachten slaan neer in de wijken

De lokale crisisverschijnselen worden nog eens verhevigd door nationale en wereldwijde tendensen! Polarisatie, extremisme, populisme en digitalisering knagen aan onze principes van rechtstatelijke democratie. 

We hebben we de gemeente hard nodig om ons te beschermen tegen allerlei vormen van algoritmes die ons samenleven drastisch manipuleren. Van kind tot bejaarde. De fall out van deze digitale systemen is wereldwijd identiek: maar zoals gezegd het slaat neer in een wijk. Als Amsterdam een krachtige “goede” praktijk kan neerzetten dan is dat van waarde voor de gehele planeet.

Het is van levensbelang voor de democratie dat we inwoners kunnen betrekken bij hun eigen bestaansontwerp. Als mondiale krachten (Musk, big Five) onze verhalen gaan bepalen dan moet  het antwoord daarop zijn een krachtig humaniserend verhaal. 

Populisme en extremisme voeden zich met onvrede al dan niet gevoed door echo chambers, al dan niet door achterstelling van hele bevolkingsgroepen. Participatie en buurtrechten zijn goede pogingen om meer betrokkenheid van inwoners te realiseren.  Maar daarmee hebben we nog niet ons verhaal veranderd.

Deliberative Democracy[5]
De gemeente zit ver weg van waar wij leven. Het frame is altijd het mijden van risico als het gaat over jongeren. Als we starten vanuit de buurt en met die kennis opdrachten formuleren, ontstaat er beter draagvlak voor de dingen diede gemeente uitvoerd. We moeten de kennis van de inwoners op de goede plek krijgen binnen de gemeente zodat er goede en passende plannen geschreven

Zowel bewoners, stakeholders, experts, overheden zitten vast aan verslavende patronen. De vraag “wat is een goed bestaan?” moet beginnen bij diegenen waar het overgaat. 

Daarbij worden de inwoners uitgenodigd om hun denken te onderzoeken en in collectieve wijsheid nieuwe verbeeldingen te maken van hun gewenst bestaan.

De gemeente kan bij dit proces vanuit een andere invalshoek gaan denken en handelen. Daarbij de transitie modereren, nadat betrokken ambtenaren bewust zijn van hun denk verslavingen en de innovatie potentie van henzelf. De organische mee bewegende gemeente, die weet welke hoepels er allemaal genomen moeten worden!   

De bedrijven en woningbouwcorporaties worden eveneens uitgenodigd, om ander denken en doen te ontwikkelen. We zitten er gezamenlijk in vooral als concrete personen met alle culturele en wereldse verslavingen en de wil om het goede te doen! Daarbij is een conditio sine que non het besef dat we met ons harnas steeds terugvallen in oude procedures en verslavende gedachten, dat we alleen door bewuste reflectie of zelfobservatie (proprioceptie) andere habits en denkwijzen kunnen toepassen. Dat bewustzijn of die alertheid moeten we ook toepassen op onze procedures en professionele interacties.  

We zien dat er een tripartiete dans nodig is tussen inwoners, gemeente en partners. Het proces zal dat helder moeten vormgeven. 

Het grote verhaal van Vitale Democratie met Socratic Design is precies dat: gezamenlijk ontwerpen we gaandeweg met collectieve wijsheid de basis vooronderstellingen van een goed bestaan en maken daarop concrete verbeeldingen.


[1] Socratic Design dialoog met jongeren over Wonen in Zuidoost, De Kazerne, Reigersbos, Amsterdam Zuidoost  (12-01-2024) Zie ook de post: Hoe een dialoog het vertrekpunt werd van Jongeren.Wonen.Holendrecht

[2] Socratic Design Dialoog over gebiedsontwikkeling, Strategie Fabriek, Amsterdam Zuidoost 28/01/2025 Zie ook de post:

[3] In Triest was het hoge aantal zelfmoorden aanleiding voor een succesvol herontwerp van de gemeenschap. https://www.linkedin.com/pulse/italian-city-nearly-halved-its-suicide-rate-shifting/  


[4] Socratic Design dialoog met jongeren over Wonen in Zuidoost, De Kazerne, Reigersbos, Amsterdam Zuidoost  (12-01-2024) Zie ook de post: Hoe een dialoog het vertrekpunt werd van Jongeren.Wonen.Holendrecht


[5] Socratic Design dialoog met jongeren over Wonen in Zuidoost, De Kazerne, Reigersbos, Amsterdam Zuidoost  (12-01-2024) Zie ook de post: Hoe een dialoog het vertrekpunt werd van Jongeren.Wonen.Holendrecht